Skip to main content
Category

Tjokkevol nieuws

Wat is asbest?

Wat is asbest?

By Tjokkevol nieuws

Asbestos

Asbest komt van het Griekse ‘asbestos’, wat ‘onbrandbaar’ betekent en is eigenlijk een verzamelnaam voor zes in de natuur gevonden mineralen die bestaan uit microscopisch kleine, naaldachtige vezels. Het is een natuurlijke delfstof die relatief goedkoop in een open mijn uit rotsen wordt gewonnen. Tot op vandaag zijn er actieve mijnen in onder andere China en Afrika. Door zijn positieve eigenschappen (brandwerendheid, isolerend, slijtvastheid, sterkte)  is asbest in het verleden veelvuldig gebruikt geweest in verschillende toepassingen. Het werd met of zonder bindmiddel verwerkt in bouwproducten zoals cement, bitumen, lijm en kunststof. Het gevaar van dit mineraal zit voornamelijk in de vezelstructuur die alleen in de lengte breekt, waardoor steeds dunnere naalden vrijkomen.
Deze asbestvezels worden onderverdeeld in twee hoofdgroepen:

Serpentijnen of spiraalvormige vezels blijven iets minder lang in het longweefsel aanwezig maar dat maakt ze niet minder gevaarlijk. In deze groep vinden we onder andere chrysotiel (wit).

Amfibolen of rechte vezels met een zeer lage oplosbaarheid in het longweefsel. Hieronder worden de gevaarlijke asbestsoorten geklasseerd, zoals amosiet (bruine), crocidoliet (blauw), anthofylliet (geel), tremoliet (grijs) en actinoliet (groen). Vooral de bruine en blauwe variant komen vaak voor.

Chrysotiel

witte asbest

Amosiet

bruine asbest

Crocidoliet

blauwe asbest

Anthofylliet

gele asbest

Tremoliet

grijze asbest

Actinoliet

groene asbest

Hecht gebonden of niet-hecht gebonden

Hecht gebonden of niet-hecht (on)gebonden asbest slaat op de wijze van het verwerken van de vezels. Zijn de vezels verwerkt met een bepaald bindmiddel (cement, bitumen, lijm of kunststof) spreken we van (hecht)gebonden asbest. Het uiteindelijke materiaal bevat meestal ongeveer 10% aan asbestvezels. Enkele voorbeelden van gebonden toepassingen zijn golfplaten, asbestcement, asbesthoudende vloertegels en bekledingen, pakkingen en dichtingen. De vezels blijven gevangen door zijn drager, er is echter een tussencategorie semi-gebonden asbest. Dit is in oorsprong hechtgebonden asbest waarvan, door veroudering of beschadiging, het bindmateriaal in slecht staat is en de asbestvezels dus kunnen vrijkomen. Ongebonden of losse asbest bestaat uit weinig of geen bindmiddel, m.a.w. de concentratie van asbestvezel ligt dus veel hoger. Ongebonden asbestmaterialen zijn daarenboven ook nog gevoeliger voor beschadigingen en laten makkelijk asbestvezels los in de omgeving wat het gevaar aanzienlijk vergroot.

Wat is asbest?, Asbesthoudende golfplaten

Asbesthoudende golfplaten

Wat is asbest?, Isolatie voor pijpleidingen, Asbest attest verplicht bij verkoop woning: wat je moet weten

Isolatie voor pijpleidingen

Gevaarlijke stof

Het is intussen breed bekend dat asbest schadelijke is voor de gezondheid en bijzonder gevaarlijk als je ze inademt. Volgens de heersende inzichten en het advies van de WHO zijn er geen sluitende bewijzen dat inslikken van asbestvezels schadelijk is. Huidcontact leidt niet tot kanker. Wat asbest extra gevaarlijk maakt, is het asbeststof dat bij afbraak of renovatiewerken vrijkomt. Deze bijna niet zichtbare asbestvezels zweven in de lucht en ‘vervuilen’ met één verplaatsing van lucht (een deur die opent, bijvoorbeeld) een hele woning of omgeving. Zonder het te beseffen breng je jezelf en je omgeving in gevaar.  Wie de vezels dan onbeschermd inademt, heeft het schadelijke stof onherroepelijk binnen. De dramatische gevolgen  van asbestvezels laten zich na een periode van gemiddeld 10 tot 40 jaar gelden.

‘Ik leef met een zwaard van Damocles boven mijn hoofd’: dodelijk ‘wondermiddel’ asbest zit in 9 op 10 Vlaamse huizen

By Tjokkevol nieuws

PFOS is ‘het nieuwe asbest’ gedoopt, maar het echte asbest is ook anno 2021 nog een huizenhoog probleem. In negen op de tien Vlaamse woningen zit het dodelijke wondermateriaal van weleer. ‘De onwetendheid bij klussers en nonchalance bij vakmensen zijn in asbestland België nog te groot.’
(bron: de Morgen)

“Kwaad blijven vreet energie. Ik probeer optimistisch en activistisch te zijn. Dat is mijn manier om met dat zwaard van Damocles boven mijn hoofd te leven”, zegt Eric Jonckheere. De zestiger, lijnpiloot en vader van drie, zegt het met energieke stem. In zijn lichaam leeft nochtans een slapende ‘octopus’. “Zo noemde mijn moeder haar longvlieskanker”, zegt hij. “De asbestvezels in mijn longen zijn als een lastige buurman. Maar we moeten overeenkomen zodat die octopus niet ontwaakt en er geen kanker komt.”

Jonckheere leeft niet alleen met die grote onzekerheid. Het ooit als wonderproduct onthaalde en sinds 2001 in ons land verboden bouwmateriaal zadelde hem ook met diep verdriet op. Zijn vader, moeder en twee van zijn vier broers bezweken aan ‘de stille moordenaar’.

Eric Jonckheere van de Belgische vereniging van asbestslachtoffers Abeva. 'Als kind fietste ik door enorme buizen die op de bedrijventerreinen va, Eternit lagen en die vol asbest zaten. En het stort daar was onze speeltuin.' Beeld Wouter Maeckelberghe
Eric Jonckheere van de Belgische vereniging van asbestslachtoffers Abeva. ‘Als kind fietste ik door enorme buizen die op de bedrijventerreinen va, Eternit lagen en die vol asbest zaten. En het stort daar was onze speeltuin.’Beeld Wouter Maeckelberghe

“Bij papa was zijn job bij Eternit in ons dorp Kapelle-op-den-Bos de oorzaak”, vertelt hij. “Mama en wij kregen het binnen door daar te leven, zonder enig idee van het gevaar. Papa’s bestofte werkplunje moet vol asbest hebben gezeten. Als kind fietste ik door enorme buizen die op de bedrijventerreinen lagen en die vol asbest zaten. En het stort daar was onze speeltuin.”

Net zoals zijn moeder is Jonckheere liever strijdvaardig dan bang. In 2000 startte zij een proces tegen Eternit, dat sinds 1905 in ons land asbest produceert en nu Etex heet. Enkele maanden later bezweek ze aan ‘de octopus’. Haar vijf zoons zetten de procedureslag verder. Tot in 2003 en 2009 ook twee van hen stierven aan longvlieskanker. Pas in 2017 is Eternit veroordeeld. Ondanks die mokerslagen is Jonckheere nooit finaal gekraakt. Vandaag viert hij het twintigjarige bestaan van Abeva, de Belgische vereniging van asbestslachtoffers, die hij voorzit.

Want in ons land, dat lange tijd de grootste asbestverbruiker per inwoner was en waar Vlaanderen topproducent was, zijn er duizenden zoals hij. Ze leefden nabij productiesites, werkten er of waren vaak aan de slag met asbest en worden zo’n veertig jaar later geconfronteerd met mesothelioom – de kankers aan long- of buikvlies die in 95 procent van de gevallen door asbest zijn veroorzaakt.

Een behandeling bestaat niet. “Bij de diagnose weet je dat het binnen de twee jaar zeer wellicht gedaan is”, zegt veertiger Daniel Lambo. Ook hij groeide op in Kapelle-op-den-Bos. Over het industriële drama maakte hij de bekroonde documentaire Ademloos. “Recent nog is een jeugdvriend aan mesothelioom overleden. Hij was een veertiger met kinderen.”

Het asbestleed in ons land is met andere woorden nog lang niet geleden.

Gemiddeld sterven er de laatste jaren ruim tweehonderd Belgen per jaar aan mesothelioom. Ons sterftecijfer is het op drie na hoogste ter wereld en is sterk toegenomen. “In 1969 lag het onder mannen op 3,9 per miljoen inwoners, nu is dat tien keer zoveel. Dat weerspiegelt de intense industriële blootstelling uit het verleden”, zegt gezondheidsonderzoeker Laura Van den Borre (VUB), die hierover doctoreerde.

Bovendien zijn die tweehonderd gevallen per jaar een onderschatting. Want ook longkanker, strottenhoofdkanker en eierstokkanker zijn in verband gebracht met asbest en maag-, keel- en dikkedarmkanker houden er mogelijk ook verband mee.

Wetenschappers schatten dat er in 2024 een piek komt die de historische impact weerspiegelt. “Maar we verwachten nog een tweede golf die wel niet meer zo groot zal zijn als de eerste”, zegt Van den Borre. “Want asbest is dan wel verboden, het zit nog overal, waardoor er nog altijd mensen mee in contact komen.”

Zeker in asbestland België kan die tweede golf op zich wel aanzienlijk worden. In de gloriejaren van de asbestcement-industrie is hier extra driftig gebouwd met die materialen.

De bekendste toepassing zijn dak- of gevelbekledingen zoals golfplaten, dakleien en ruitvormige gevelleien. Ook in bloembakken, schoolborden, oude nutsleidingen, valse plafonds en onderdakplaten en in brozere materialen zoals isolatie rond de verwarmingsleidingen, bepaald textiel, brandwerende en isolerende platen, spuitlagen en pleisterwerk zit vaak asbest. “Zelfs in sommige vloerbekleding uit de jaren zeventig zit het”, zegt Jan Van Bouwel, bestuurslid bij Fedasbest.

Het volume is ook enorm. De Vlaamse afvalstoffenmaatschappij OVAM schat dat er in Vlaamse gebouwen van voor 2001 nog zo’n 3,7 miljoen ton aan asbest zit, onder andere in ruim 2,8 miljoen woningen – zo’n 90 procent van alle woningen. De kans dat je woning asbest bevat, is dus negen op de tien. In zeker 354.000 Vlaamse niet-residentiële gebouwen, waaronder veel scholen, en ook in zo’n 40.000 kilometer aan nutsleidingen zit asbest.

Al die toepassingen takelen onvermijdelijk af, waardoor het risico op vezels die vrijkomen toeneemt. “Materialen waarin asbestvezels minder goed gebonden zijn maar ook verweerde cementmaterialen zoals dakbedekkingen, vormen stilaan een risico”, zegt Van Bouwel.

Er gelden dan ook preventieregels. Op een werf waar gebonden asbest zit, kan een aannemer dat laten wegnemen door werklui die daarvoor een opleiding kregen. Bij brozer of zwaar beschadigd asbest moet een erkende firma ingeschakeld worden die aan de slag gaat met hermetisch afgesloten sassen, speciale meetapparatuur en douchecabines.

In een koterijenland als België komen ook veel particulieren met asbest in aanraking. Je bent vooralsnog niet verplicht het te laten verwijderen, tenzij het in slechte staat is of ingesloten zit en bij renovatiewerken bloot komt te liggen. Is het nog in goede staat en gaat het om een kleine hoeveelheid, dan kun je het zelf weghalen. Wel volg je dan best de tips van de OVAM. Het afval kan dan naar het containerpark. Of je laat het ophalen, gesponsord door de Vlaamse overheid. Die service is deel van het ambitieuze Actieplan Asbestafbouw, dat in 2018 is gelanceerd. Doel: tegen 2040 alle asbest in slechte staat verwijderen.

Bijeenkomst van Abeva. Beeld Wouter Maeckelberghe
Bijeenkomst van Abeva.Beeld Wouter Maeckelberghe

Maar tussen papieren regels en doelen en de praktijk gaapt nog een kloof, vertellen experts.

“Grote bouwbedrijven volgen de procedures, maar de kleinere aannemers springen er veel nonchalanter mee om”, zegt architect Jan Debusschere. “De zelfstandige daklegger wil dat het vooruitgaat en zal om praktische of financiële redenen soms zelf loszittend asbest verwijderen. En dan hoor je dingen als: ‘Mijn grootvader werkte decennia met asbestdaken en die is 98 geworden.’”

Tim Vanden Berghe van renovatiebedrijf Indur bevestigt: “Het asbest weghalen gebeurt soms onvoorzichtig omdat die kleinere bedrijfjes of zelfstandigen zoals loodgieters ook niet altijd de nodige kennis hebben.”

Dat geldt eveneens voor de vaak buitenlandse werkkrachten in de bouwsector en al helemaal voor de doe-het-zelver. Want welke klusser herkent alle asbest en leest de OVAM-site? Het is dan ook niet uitzonderlijk dat handige Harry’s per abuis aan asbest gaan prutsen.

Naast onwetendheid blijkt ook blinde paniek nefast. “Mensen die asbest wel herkennen en het dan snel weghalen zonder zich eerst te informeren, stellen zich bloot aan gezondheidsrisico’s”, zegt Anne-Sophie Versweyvelt, jurist-onderzoeker preventie en vroegopsporing bij Kom op Tegen Kanker.

Bijeenkomst van Abeva. Beeld Wouter Maeckelberghe
Bijeenkomst van Abeva.Beeld Wouter Maeckelberghe

Ondertussen vragen velen op het terrein zich ook af hoe Vlaanderen eigenaars gemotiveerd zal krijgen om al dat loszittend asbest te verwijderen. “Als je ziet hoe mensen nu al uit schrik voor dure tussenkomsten de boel de boel laten of twijfelachtig inkapselen, lijkt me dat nogal utopisch”, zegt Debusschere.

Dertigers Marie Louies en Ben zitten met zo’n financiële kater. In hun huis in Aalst zit een leidingisolatie met asbest in de kelder. “Onze woonkamer, waar onze jonge tweeling kruipt, is daar net boven en ik moet voor de was en de plas ook de hele tijd in die kelder zijn”, zegt Marie. “We vrezen dus dat onze kleintjes asbestvezels inhaleren. Maar het laten weghalen blijkt minstens zesduizend euro te kosten. Dat is een klap. We gaan ermee door, maar zeker niet iedereen kan dat betalen.”

En hoewel er voor sommige zaken, zoals dakrenovaties, subsidies voor asbestverwijdering bestaan, is dat niet voor alle toepassingen zo en blijft het ook mét steun vaak een dure kwestie.

Het is een van de redenen waarom experts enthousiast zijn over Europese plannen om asbestregels aan te scherpen. In de commissie Sociale Zaken en Werk van het Europees Parlement heeft een meerderheid zonet een rapport goedgekeurd dat vijf verstrengingen eist: een honderd keer scherpere blootstellingsnorm voor professionals, een verplicht verwijderbeleid zoals in Vlaanderen, Polen en Nederland, eenvoudiger en uitgebreidere erkenning van asbestziekte als beroepsziekte, een verplichte screening op asbest voordat gebouwen worden verkocht of verhuurd, zoals in Vlaanderen gepland staat, én verplichte verwijdering voor de start van renovatiewerken.

“De aankomende renovatiegolf is een uitgelezen kans”, zegt Groen-Parlementslid Sara Matthieu. “Nu sterven er in de EU jaarlijks alleen al op het werk 14.000 mensen aan asbest. Die massale verwijdering moet dus veiliger, anders zullen nog veel meer mensen sterven. En eigenaars moeten we financieel steunen, anders komt het er niet van. Daarom koppelen we aan onze eis tot verplichte verwijdering financiële steun voor alle toepassingen.”

Naast de verplichte verwijdering voor de start van renovatiewerken zouden deze Europese voorstellen voor Vlaanderen op nog een vlak impact hebben: een strengere blootstellingsnorm voor professionals. Van Bouwel en Van den Borre scharen zich achter die scherpere norm. De huidige Europese waarde, die ook ons land hanteert, noemen ze verouderd. Daarom hebben Frankrijk en Duitsland al een tien keer strengere norm, in Nederland is ze vijftig keer strenger.

“Wel moeten we beseffen dat een strengere norm op zich niet alle problemen oplost”, zegt Van Bouwel. “Naast voldoende opleiding voor de uitvoerders van asbestwerken zijn ook een degelijke handhaving en voldoende controles essentieel.”

Iedereen is het er ook over eens dat Europese regels voor bescherming, preventie en afbouw een zegen zouden zijn omdat er nu in veel lidstaten zo goed als geen beleid bestaat en omdat bouwvakkers vaak in andere landen aan de slag gaan.

Of de parlementaire eisen overeind blijven na de plenaire stemming later deze maand is af te wachten. Jurist Versweyvelt hoopt van wel. “Er is meer nodig dan het Actieplan Asbestafbouw. Zo moeten we om de jongeren te beschermen versneld asbest in crèches, scholen en jeugdlokalen verwijderen. En omdat massale afbouw meer beroepsmensen in contact brengt met asbest, zijn strengere blootstellingsnormen maar ook sensibilisering onontbeerlijk”, zegt zij.

Naast een monument voor de doden in zijn geboortedorp staat het grote publiek meer informeren ook op de verlanglijst van Eric Jonckheere. Hij blijft onvermoeibaar gezinnen helpen waar de stille moordenaar toeslaat. “Omdat Eternit zwijggeld geeft aan wie een schadevergoeding krijgt, durven velen niet spreken. Nu help ik onder andere mensen die bij de NMBS werkten, want ook in wagons en stelplaatsen zit soms asbest. Het is zeer laat en voor velen te laat, maar Europese investeringen in preventie zijn meer dan welkom.”

Al moet nog blijken in welke mate de Commissie aan tegendruk weerstaat. “In een brief aan het Parlement vraagt de Commissie ons geen voorafname te nemen op de blootstellingsnorm omdat zij zelf met een voorstel wil komen”, zegt Matthieu. “Die demarche is ongezien. Het zal ons dus benieuwen hoe sterk de druk van sommigen die de asbestafbouw te duur vinden zal doorwegen in de finale besluiten.”

Architect Debusschere wijst erop dat de Commissie wat dat betreft een permanente reminder in de buurt heeft. Ook in het Berlaymontgebouw zat asbest. De sanering was een enorm complexe en dure onderneming. Zal wat voor de veiligheid van de Europese ambtenaren kan voor alle Europeanen mogelijk worden?

 

Bron: De Morgen 5/10/2021